De H. Mis wordt gevierd voor het heil van de wereld en de Kerk en alle mensen. De H. Mis is een offer van liefde, zoals Jezus zelf zei: “Deze beker is het Nieuwe Verbond in mijn Bloed, dat voor u wordt vergoten.” (Luc. 22, 20)
Het is een gebruik dat wanneer een priester de Eucharistie opdraagt hij een specifieke intentie kan opnemen in het grote gebed van de Eucharistie. Deze specifieke intentie heet een Gebedsintentie. Een Gebedsintentie is voor een overledene, voor een zieke, eventueel voor persoonlijke zaken, zoals hulp in een moeilijke zaak, voor een vriend in problemen, uit dankbaarheid, enz. De Gebedsintenties worden indien gewenst bij de voorbeden vermeld, dit kan ook anoniem.
Het is een gebruik om voor een Gebedsintentie een stipendium (een bepaald bedrag) te geven. Uiteraard is Gods barmhartigheid of het offer van Christus niet te koop, maar het is een concrete uiting van onze dank aan God. Het stipendium is er om de parochie en priester te helpen in hun onderhoud. In Nederland gaat het geld van de intenties naar de parochie, die daarvan de priester betaalt, het kerkgebouw onderhoudt, verwarmt, enz.
Het belangrijkste wat wij kunnen offeren is niet ons geld, maar als wij onszelf, onze tegenslagen, ziekte, pijn, inzet, vruchten van ons werk verenigen met het offer van de Heer. Al in de oudheid beseften de Christenen dat zij ook materieel mede verantwoordelijk waren voor de Kerk. Men bracht gaven mee naar de Eucharistie. Later is dat vereenvoudigd tot de collecte.
Tijdens de vieringen bidden we in verbondenheid met de wereld om ons heen, en voor alles wat ons bezighoudt, in ziekte en gezondheid. Natuurlijk nemen de mensen die we het meest missen, de overledenen, een belangrijke plaats in bij onze gebedsintenties. Zo worden namen van parochianen die recent zijn overleden genoemd bij de voorbede in de periode na de uitvaart.
Hier kunt u uw gebedsintentie opgeven voor één van onze kerken.
Intenties voor de vieringen op zaterdagavond of zondag
graag doorgeven vóór WOENSDAGOCHTEND 11.00 uur
en voor de vieringen doordeweeks
uiterlijk vóór WOENSDAGOCHTEND 11.00 uur de week voorafgaand.